Waarom niet tevreden?
Gisteren scheen de zon,
Vandaag het lijkt zo krom.
Valt het met bakken uit de lucht,
En hoor je de wind die blaast en zucht.
Gisteren had ik zoveel mooie plannen,
Die ik vandaag aan de kapstok kon hangen.
Ik zou dit en ik zou dat,
Naar buiten kijkend ben ik het allemaal zat.
Het weer is net zo grillig als het leven,
Soms ontneemt het ons alles soms is het gevend.
Soms is het zinvol en gevuld,
Soms overstemt het innerlijk wat brult.
Soms wordt er een kind geboren,
Klein en teder die ons allen nog kan bekoren.
Soms wordt een kaars gedoofd,
En iemand van het leven beroofd.
Het maakt niet uit hoe we het bezien,
Hoe we het leven zinloos of bezielt.
Het leven is net als de getijden,
Die constant voorbij komen glijden.
Het geeft en het neemt,
Het voelt vanzelfsprekend en wereldvreemd.
We maken plannen en leven op hoop,
We genieten en zoeken troost.
We klagen en we dromen,
Gevoelens die dagelijks komen.
Als de zon schijnt vragen we om de zegen,
Van een koel buitje regen.
Als het regent zeuren we om de zon,
En niemand vraagt waarom.
We allen zoeken naar dat wat er niet is,
Dat zeurende klagende stemmetje dat zegt dat er iets mist.
J.H.