Een seconde in de tijd

Gisteren is verleden,

Morgen is toekomst.

Vandaag is heden,

Alles wat in de lucht gonst.

 

Wensen en gedachten,

De hoop van wat we verwachten.

Het willen en het smachten,

Het huilen en het lachen.

 

Het missen en het zijn,

Het wachten en de pijn.

De werkelijkheid en de schijn,

Zo groot en gelijk zo klein.

 

Elke seconde leeft,

Warm en intens.

Elke seconde geeft,

Binnen zijn eigen grens.

 

Elke seconde verdwijnt,

Verkleint onze tijd.

Dat wat een eeuwigheid schijnt,

Zijn we zo weer kwijt.

 

Het heden,

Wordt binnen een seconde verleden.

Wat overblijft,

Is de toekomst die ons verblijd.

 

Met zijn wensen,

En zijn grenzen.

Gehuld in de nevel van de tijd,

Nog open en zonder spijt.

 

Nog onbevangen en vrij,

Niet gevangen in de schijn.

Nog blanco in zijn gevoel,

Nog open in zijn doel.

 

Doch wat nu nog toekomst is,

Gehuld in dikke wolken mist.

Is straks ons heden,

En een seconde later het verleden.

J.H.