verlangen naar de zon

Tja het wil maar niet komen,

Het mooie weer waar we van dromen.

Het blijft maar koud en nat,

Ik ben het net als velen helemaal zat.

 

Ik wil naar buiten aan de slag,

Met een tuin die geduldig wacht.

Tot ik eindelijk orde op zaken stel,

En de zon uren weer tel.

 

Ik wil naar buiten met de hond,

En ook al is lopen altijd gezond.

Ik wil het doen zonder jas,

Met blote voeten door het gras.

 

Ik wil bloemen plukken,

Voor een klavertje vier bukken.

Ik wil de energie voelen stromen,

Ik wil bezig zijn met dromen.

 

Ik wil wandelen langs de zee,

Even met de golven mee.

Niet meer luisteren naar de storm.

Die al het mooie vervormd.

 

Ik wil open staan voor nieuwe energie,

Ik wil weg van het sombere verdriet.

Ik wil bruisen van levenslust,

Weten dat het innerlijk vuur nog niet is geblust.

J.H.